Ga naar de inhoud

Keukentafel keramiek: vogeltje

  • door

Deze keer: een vogeltje! Maak er een gat in en het is een kandelaar, of laat hem heel en wordt er blij van. Dit project kost iets meer tijd dan de simpele sterren of kandelaar die ik eerder beschreven heb, maar levert dan ook een echt klein beeldhouwwerkje op. De basistechniek die ik hierbij gebruik is die van duimpotjes, waardoor het vogeltje niet een massieve bal klei is, maar in de basis bestaat uit een holle bol.

Voor dit project geldt ook dat je prima zelfdrogende klei (die niet gebakken hoeft worden) kan gebruiken. Deze klei kan (zoals het woord al zegt) gewoon aan de lucht gedroogd worden en daarna zelfs nog beschilderd worden met acrylverf. Je kan het voor van alles gebruiken, maar het wordt nooit waterbestendig of veilig om van te eten en drinken.

benodigdheden

  • bol (zelfdrogende) klei
  • (snij)plank
  • mes
  • oud pasje
  • lepeltje
  • föhn
  • cocktailprikker
  • kwastje/sponsje
  • (eventueel: kleine ronde uitsteker)

Zoals ik eerder schreef is de basis voor het vogeltje een duimpotje, of eigenlijk twee. Maak hiervoor twee ongeveer even grote bolletjes klei (ongeveer 3-4 cm doorsnede). Neem één van de bolletjes in je linkerhand en duw hier je rechterduim in. Duw nu zachtjes met je duim naar een draaiende beweging naar buiten, terwijl je het bolletje langzaam ronddraait. Langzaam maar zeker opent het potje zich nu. Zorg voor gelijkmatige druk over de hele lengte van het gat (maak dus geen klauw) om een gelijkmatige wanddikte te creëren. Als je iets hebt dat op een halfronde bol lijkt ben je klaar. Vouw de randjes nog een klein beetje naar buiten. Dit hoeft er nog niet netjes uit te zien, de afwerking komt later (zie de foto rechtsboven hieronder). Herhaal dit met het andere kleine bolletje klei.

Als je meer visuele ondersteuning nodig hebt kan je fantastische uitleg vinden op Youtube. Zoek dan op duimpotje of “pinch pot”.

Als je twee halve bollen hebt moet je deze stevig aan elkaar plakken: het doel is om de naden volledig luchtdicht af te sluiten. Water is hierbij je beste vriend. Maak de randen van beide delen goed nat en druk deze stevig tegen elkaar. Schraap nu met een mesje klei over de naad totdat deze niet meer zichtbaar is. Als het goed is sluit je de bol nu helemaal af. Als hierbij rare kuilen of gootjes ontstaan kan je hier nog wat extra klei overheen plakken.

Als de bol luchtdicht is afgesloten kan je hem glad gaan afwerken en vormen. Met een oud (bank)pasje kan je het oppervlak van de bol eerst helemaal gladstrijken, besteed wat extra aandacht aan de naad. Om de bol nu helemaal rond te maken kan je deze zachtjes rollen op je plank. Pas op: als je te hard duwt kunnen er scheurtjes ontstaan en is er een kans dat je hem toch nog platduwt. Wissel af tussen het rollen en het gebruik van het pasje om uiteindelijk een glad oppervlak en een ronde vorm te maken. Als je helemaal tevreden bent kan je de bol föhnen om hem iets steviger te maken. Dit maakt het later makkelijker om er onderdelen aan toe te voegen. Pas wel op dat je hem niet te ver droogt, dan kan je er juist niets meer aan vastplakken. De perfecte mate van droogheid is als de bol zijn vorm behoudt, maar je nog wel gemakkelijk er met een nagel in kan drukken.

Nu is het tijd om van je bol een vogel te gaan maken. Neem een los stukje klei en draai hier tussen je handen een klein bolletje van. Snij hier een plakje (ongeveer 1/5e van het bolletje) vanaf en plak het bolletje op de grote bol met water. Gebruik een mesje of een cocktailprikker om de randjes goed aan te duwen. Maak nu een rolletje van klei en plak deze met water als een soort sjaal om het bolletje heen. Strijk dit ook weer helemaal glad met een pasje of je vingers om een naadloze overgang te maken tussen het hoofdje en het lijfje van de vogel. Als je hier nog niet helemaal tevreden mee bent kan je nog wat extra stukjes klei toevoegen en weghalen, net zolang tot de verhoudingen kloppen.

Het vogeltje heeft nu nog een snaveltje, staart en vleugeltjes nodig. Dit is waar je het beestje echt persoonlijkheid kan geven. De snavel kan kort en dik of lang en puntig, de staart kan omhoog of omlaag. Door hiermee te spelen en te experimenteren kan je het vogeltje helemaal eigen maken. Plak alle onderdelen goed vast met water en duw de randjes extra goed aan met een cocktailprikker. En het mooie van klei is, bevalt het niet, dan haal je het er gewoon weer af.

Als je tevreden bent met alle onderdelen kan je beginnen met de laatste afwerking. Met je vingers of de bolle kant van een lepeltje kan je alle oppervlakken helemaal gladstrijken. Als je de vogel als kandelaar wil gebruiken kan je er nu een gat voor een kaars in maken. Wil je dat niet, prik dan aan de onderkant een klein gaatje. Let dan wel goed op dat de bol stevig genoeg is om zijn vorm te houden. Föhn hem eventueel nog even om te zorgen dat hij niet inzakt als je er een gat in snijdt. Als je er een groter gat in maakt kan je met een kwastje aan de binnenkant van de bol nog wat onafgewerkte naden gladstrijken. Met je vingers werk je de snijrand nog even netjes af.

Nu kan de vogel drogen en je bent klaar!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *