Bij winter horen natuurlijk heel veel kaarsjes. In deze aflevering van keukentafelkeramiek leg ik uit hoe je simpel een eigen kandelaar kan maken, waar een lange dinerkaars in past. Leuk voor tijdens het kerstdiner, maar net zo fijn de rest van de winter. Je kan een video van het project in vogelvlucht op mijn Instagram feed.
Voor dit project geldt ook dat je prima zelfdrogende klei (die niet gebakken hoeft worden) kan gebruiken. Deze klei kan (zoals het woord al zegt) gewoon aan de lucht gedroogd worden en daarna zelfs nog beschilderd worden met acrylverf. Je kan het voor van alles gebruiken, maar het wordt nooit waterbestendig of veilig om van te eten en drinken.
benodigdheden
- bol (zelfdrogende) klei
- ronde mal
- (snij)plank
- oude krant
- deegroller
- mes
- liniaal
- föhn
- sponsje
- kwastje
- willekeurig gereedschap
Hoe groot je ronde mal moet zijn kan je helemaal zelf kiezen. Je gebruikt deze om de basis van je kandelaar te maken. Ik heb zelf gekozen om een klein schaaltje te gebruiken. Tip voor een statement op de kersttafel: kies een grote basis en maak hierop meerdere houders voor kaarsen. Je kan de rest van de instructies gewoon volgen, maar je doet wat extra werk.
Rol op je plank de bol klei uit tot een gelijkmatige plak. Als je als ondergrond een snijplank gebruikt die geen water absorbeert zal de klei erg gaan plakken aan de plank. Je kan dan het beste een oude krant tussen de klei en de plank leggen. Als je een plak klei hebt snijd je hier je basisonderdelen uit: een cirkel en verschillende repen van ongeveer 2 cm breed. Föhn dan (uitsluitend!) de cirkel iets droger, tot deze stevig genoeg is om zijn vorm te houden als je een randje omvouwt. (De repen klei moeten nog flexibel blijven.)
Nu kan je de rand van je kandelaar gaan vormen. Schuif een lepeltje met de bolle kant naar boven onder de rand van de cirkel, ongeveer 1 cm diep. Geef tegendruk met een vinger aan de binnenkant zodat alleen het randje omhoog komt. Draai de cirkel op deze manier een aantal keer rond, tot je een gelijkmatig omgevouwen rand hebt.
Nu kunnen we de ring toevoegen waar de kaars in gaat staan. Hiervoor gebruik je een van je repen klei, je kan hier een stuk afsnijden en buigen tot een ring met de juiste maat. De meeste standaard kaarsen hebben een doorsnede van 20-22 mm, dus houdt dit aan als maat voor de binnenkant van je ring. Als de verpakking van de klei aangeeft dat deze nog zal krimpen bij het drogen moet je de ring iets ruimer maken.
De ring moet heel stevig op de cirkel bevestigd worden. Teken eerst af op de cirkel waar de ring ongeveer moet komen en bevochtig dit stuk dan met een nat kwastje. Doe hetzelfde met de onderkant van de ring en druk deze stevig op zijn plaats. Wrijf dan alle naden goed dicht met een nat kwastje, ook aan de binnenkant van de ring. Maak nu een dun rolletje klei en leg deze rond de ring. Duw deze goed aan met de achterkant van een lepeltje en daarna met een natte vinger, zodat er een gelijkmatige overgang ontstaat. Er zouden nu geen naden meer zichtbaar moeten zijn.
Nu kan je de kandelaar naar eigen inzicht gaan afwerken en decoreren. Met je extra repen klei kan je bijvoorbeeld een oor maken. Plak deze dan vast op dezelfde manier als ik hierboven heb beschreven. Met allerlei ander gereedschap of keukengerei kan je de kandelaar decoreren. Ik heb zelf de achterkant van een theelepeltje gebruikt om een regelmatig patroon te creëren. Zie mijn blog over het maken van kerststerren voor ideeën over hoe je van alles kan gebruiken om decoratie aan te brengen op je klei.
Als je klaar bent met kandelaar is het nog tijd om de laatste oneffenheden weg te werken. Met een vochtig sponsje kan je de meeste oneffenheden wegpoetsen, gebruik eventueel eerst een mesje om de randen iets strakker te maken.
Nu kan je de kandelaar laten drogen en dan is hij klaar voor gebruik!
